Reinigen is:
- Het verwijderen van al het zichtbare vuil en daarmee de “voedingsbron” voor bacteriën
Een oppervlak kan op drie manieren gereinigd worden:
- Fysisch > oplossen
- Mechanisch > spoelen, spuiten, vegen, schrobben
- Chemisch > ontleden, omzetten
Meestal wordt een combinatie van deze drie manieren toegepast en worden bij de reiniging reinigingsmiddelen gebruikt. Dit zijn stoffen die ervoor zorgen dat het vuil losgeweekt wordt en ook los blijft. Er zijn zure, alkalische en neutrale reinigingsmiddelen.
Alkalische middelen zijn zeer geschikt voor de verwijdering van vetten en eiwitten. Zure middelen zijn vooral geschikt voor de verwijdering van kalk- en ijzeraanslagen. Deze twee soorten reinigingsmiddelen kunnen echter nogal agressief zijn ten opzichte van metalen. Zij veroorzaken bijvoorbeeld corrosie.
Neutrale middelen zijn oppervlakte actief. Door dit middel wordt het water sterk verdeeld in zeer kleine druppeltjes, die in alle kleine hoekjes en gaatjes kunnen doordringen. De stof dringt zich tussen vuil en oppervlak en zorgt ervoor, dat het vuil ”in de oplossing” met het water blijft.
Vaak zijn aan reinigingsmiddelen stoffen toegevoegd om het effect te versterken. Dat is bijvoorbeeld het geval met schuimvormers, vet oplosmiddelen (emulgatoren), corrosie remmers e.d.
- Bij een goede reiniging worden alle zichtbare vuil deeltjes verwijderd en daarmee natuurlijk ook een groot aantal bacteriën
- Er zullen na reinigen, spoelen en laten drogen altijd bacteriën op het oppervlak achterblijven
- Die kunnen gedood worden door een goede desinfectie